De regen valt met een lomer
Druppen van de beukenhaag
Op gazon en grindpad, spikkelt
De poel met grauwe kratertjes
Waar libellen met kristallen
Vleugels onder blad schuilen
En kikkers met oergeduld
Verstenen bij het water
Dat vertroebelt in zakkende
Weerspiegelingen. De regen
Stroomt door mijn gedachten
Met een melange van citroen
En bloemen de kamer binnen
Stokt bij een plas vergeeld lamplicht
Onder een opengesperd raam
Dat als een donker oog glanst
Bij regens van herinneringen.
Niels Landstra
Niels Landstra droeg dit gedicht voor bij poëziecafé De Leestafel van de Haagse Poëzieroute